Duurzaamheid is een woord dat vreselijk veel wordt gebruikt. Jammer genoeg wordt de term ook veel misbruikt. Alles moet tegenwoordig duurzaam zijn en fabrikanten rekken de betekenis van deze term dan ook regelmatig een beetje te ver op. Als je gaat zoeken naar de wortels van de term kom je uit in de bosbouw.

Vooruitkijken noodzaak
Precies 303 jaar geleden werd de term Duurzaamheid voor het eerst gebruikt door Hans Carl von Carlowitz in zijn beroemde bosbouwboek Sylvicultura oeconomica. De term richtte zich toen vooral op een continue houtoogst, zodat er geen houttekorten zouden ontstaan. Het boek van Von Carlowitz was dan ook een reactie op het houttekort dat was ontstaan als gevolg van de dertigjarige oorlog (1618-1648). Het oudste bosbouwboek ter wereld, Sylva; or a discourse of forest trees (1662), van de Engelsman John Evelyn was ook een reactie op een houttekort. Ze hadden toen meer eikenhout nodig om meer boten te kunnen bouwen en zo de hegemonie van de Hollandse Vloot te kunnen doorbreken op de wereldzeeën. Het is niet vreemd dat de term duurzaam uit de bosbouw afkomstig is. Het duurt immers lang voordat een boom geoogst kan worden en ver vooruit kijken is dus een noodzaak.

Duurzaamheid op de internationale kaart
Door de wereldberoemde Duitse bosbouwfaculteiten werd de term ook in andere landen geïntroduceerd en werd het een internationaal erkend begrip onder bosbouwers. Ongeveer 250 jaar lang kwam de term duurzaam alleen voor in het vocabulaire van bosbouwers. De Club van Rome komt de eer toe om de term als eerste in de politieke arena te hebben gelanceerd. Pas vanaf 1987 kreeg de term brede bekendheid toen de commissie Brundtland de term ‘duurzame ontwikkeling’ als centraal begrip gebruikte in haar invloedrijke rapport Our common future. Hierbij werd het gedefinieerd als: “een ontwikkeling die aansluit op de behoeften van het heden zonder het vermogen van toekomstige generaties om in hun eigen behoeften te voorzien in gevaar te brengen.” Deze verbreding van de term duurzaam kreeg een extra impuls toen John Elkington in 1995 het begrip ‘People, Planet, Profit’ op de kaart zette. Hiermee benadrukte hij dat er alleen sprake is van duurzaamheid als er een goede balans is tussen economische, ecologische en sociale aspecten. Deze drie aspecten vormen ook de pijlers onder duurzaam bosbeheer. Staatsbosbeheer heeft er de treffende termen beschermen, benutten en beleven voor bedacht.

Bosbeheer ook voortrekker in toekomst
Twee jaar eerder had de Forest Stewardship Council (FSC) tien principes voor duurzaam bosbeheer opgesteld. Hiermee vervulde bosbeheer wederom een voortrekkersrol, want dit kan worden opgevat als de eerste geslaagde poging om de term duurzaamheid te operationaliseren. De Nederlandse FSC landenstandaard beschrijft concrete maatregelen die moeten leiden tot duurzaam bosbeheer. Hiermee werd de term duurzaamheid concreet toepasbaar en controleerbaar gemaakt. Wie wonderen verwacht komt bedrogen uit, maar onderzoek toont keer op keer aan dat FSC-certificering over het algemeen een positieve bijdrage levert aan biodiversiteit, sociale ontwikkeling, milieu en bestuur. Alle reden dus om als bossector te blijven pionieren en innoveren op het gebied van duurzaamheid.

Patrick Jansen

De NL “Standard Development Group” (in Nederland al sinds mensenheugenis de Landentafel genoemd) heeft onlangs de laatste hand aan herziening van Nederlandse FSC bossenstandaard gelegd. Patrick Jansen was daar als consultant nauw bij betrokken. De standaard wordt naar verwachting voor het eind van het jaar vastgesteld (goedgekeurd) door FSC International. Patrick is directeur van Bosmeester, een bosbouwkundig adviesbureau en van Tracks & Trails, een bedrijf dat adviseert bij aanleg van mountainbike routes (door het bos). Patrick was verscheidene keren wereldkampioen mountainbike in zijn age group.