De kapitein
In Suriname heet de dorpsoudste een kapitein. De kapitein beslist voor het dorp. De kapitein is vaak om te kopen, of hij beslist dat het bedrijf mag doen wat ze willen in ruil voor een wekelijkse vracht hout of een bijdrage voor het schooltje, bijvoorbeeld. Op deze manier is de gemeenschap afgekocht en hoeft de concessiehouder zich er geen zorgen meer over te maken.

In een FSC-bos werkt het anders
FSC-concessiehouders moeten eerst praten met de dorpen om hun concessie heen, en moeten goed in kaart brengen hoeveel mensen er in de buurt wonen en wat hun belangen in het bos zijn. Dan kan ook aan plekken met een hoge religieuze of culturele waarde voor het dorp gedacht worden. Dit bepaalt wat high conservation value areas zijn waar niet gekapt mag worden. (Zo is op het gebied van één van de gecertificeerde bedrijven een pre-colombiaanse begraafplaats gevonden!)

Communicatie met de gemeenschappen
Ariane Ooms werkt als FSC-manager voor het bedrijf Greenheart in Suriname. Zij vertelt dat zij om de twee weken naar de drie concessies van het bedrijf afreist om onder andere met de gemeenschappen te praten. ‘Ik probeer heel open te zijn: hoe gaat het, zijn er problemen, kunnen we nog iets voor ze betekenen? Ik beloof nooit iets, maar ik neem het altijd mee en overleg het binnen het bedrijf.’ Een open communicatie is dus essentieel, maar ook niet altijd eenvoudig. Wat doe je als je dorp een grasmaaier eist, bijvoorbeeld? ‘Het is soms moeilijk om een balans te zoeken. Op dit moment werken we aan een beleidsdocument omtrent Local Community Relations. We willen hier graag duidelijke richtlijnen in opnemen wat we als bedrijf kunnen betekenen voor een gemeenschap. Zo weten de gemeenschappen beter wat ze van ons kunnen verwachten en vermijden we teleurstelllingen.’