Portugals kurkbossen voorzien de halve wereld van kurk, maar ze doen nog meer dan dat: ze bieden werk aan duizenden mensen en een thuis aan een bijzondere kat: de Iberische lynx. Toch is de situatie niet zo rooskleurig. Zwierven er in 1960 nog zo’n 4000 van deze katten door de Mediterraanse kurkbossen, nu zijn het er minder dan 500, en is deze lynx ’s werelds meest bedreigde katachtige.
Ongeveer 38% van het Portugese vasteland is bebost, hierbij is de kurkeik (quercus suber) de belangrijkste soort. De natuurlijke Iberische bossen, met hun iconische lynx en kurkeik, zijn echter grotendeels vervangen door aangelegde bossen met een veel kleinere soortenrijkdom.
Kurkeik groeit alleen op het Iberische schiereiland en in Noordwest-Afrika. Geoogst wordt de schors – een sponsachtig, aangenaam materiaal dat blijft drijven en niet brandt. De meeste mensen kennen het als de stop van een fles goede wijn.
De kurkbomen zijn beschermd door de wet en door de gemeenschappen die van de bomen afhankelijk zijn voor hun levensonderhoud. Er zijn echter twee problemen bij het gebruik van kurk. Omdat het uit een klein gebied komt, is het aanbod gevoelig door risico’s als ziekten en weersomstandigheden. Daarnaast is de productie van kurk op commerciële schaal, zoals het in het verleden werd gedaan, een bedreiging voor een aantal (dier)soorten, waaronder de lynx.
Kurkbomen worden ongeveer 200 jaar oud. De kurk komt van de bast van de boom, geoogst in een cyclus van negen jaar. Deze cyclus zorgt ervoor dat de boom gezond blijft. In deze bossen zijn echter veel andere natuurlijk voorkomende boomsoorten verloren gegaan. Na jarenlang ‘beheer’ van deze bossen om de meest waardevolle bomen te behouden, is alleen de kurkeik overgebleven. Andere inheemse bomen en de struikachtige vegetatie, die belangrijk is voor konijnen en roofdieren, zijn verdwenen. Deze drie componenten – een economisch waardevolle boom, een met uitsterven bedreigde wilde kat en een gemeenschap die zich volledig richt op de productie van een belangrijke grondstof – gaan niet altijd even goed samen.
Dit is waar FSC komt kijken. Door haar doelstelling brengt FSC precies deze drie componenten - bossen, wilde dieren en mensen - bij elkaar. Certificering houdt rekening met alle belangen, in plaats van met één aspect. In dit geval houdt de FSC-werkwijze rekening met zowel de leefomgeving van de lynx als de waarde en het belang van de kurkproductie.
Als consumenten en retailers de keuze blijven maken voor FSC-gelabelde kurkproducten, en als het gebruik van kurk blijft toenemen (in de toekomst naar verluidt zelfs voor ruimtevaartuigen!), zullen deze prachtige kurkbossen blijven voortbestaan. De mensen die van generatie op generatie in kurkbossen hebben gewerkt, zullen hun inkomsten én roemrijke geschiedenis behouden. En de lynx, hoewel hij een tijdje zal moeten worstelen, ziet door duurzaam bosbeheer zijn omgeving stukje bij beetje herstellen. De toekomst ziet er hoopvol uit!