Vanuit die achtergrond heeft FSC Nederland me gevraagd een onderzoek uit te voeren naar de beschikbaarheid van FSC gecertificeerd ‘constructiehout’. Mijn belangrijkste conclusie: de Europese FSC-bossen hebben een grote capaciteit aan houtsoorten die in de bouw ingezet kunnen worden. Zo kunnen naar schatting jaarlijks zo’n half miljoen CLT-woningen gebouwd worden van hout afkomstig uit FSC-gecertificeerde bossen.
Doel onderzoek
Het doel van het onderzoek was om een indicatie te kunnen geven van de actuele houtvoorraad in FSC, de groeipotentie in de komende tien jaar en de hoeveelheid woningen die gebouwd kunnen worden met de beschikbare en toekomstige voorraden. Ik heb uiteindelijk twintig Europese landen onderzocht op hun houtvoorraad en oogstpotentie. De keuze voor deze landen is gebaseerd op het oppervlak FSC-bos, de aanwezige CLT-productie en de importrelevantie voor Nederland. Landen die een grote rol spelen in aanbod en voorraad van FSC-gecertificeerd naaldhout zijn Duitsland, Finland, Polen en Zweden. Deze landen samen zijn op dit moment goed voor zo’n 72 miljoen m3 aan FSC gecertificeerd naaldhout per jaar, dat is 80 procent van het totaal volume naaldhout in dit onderzoek.
Aandachtspunten
Het onderzoek ziet een stijging in het totale bosoppervlak en een stijging van het volume FSC-hout dat het Europese bos kan leveren. De potentie is er dus niet alleen nu maar ook in de toekomst. Wel zie ik enkele aandachtspunten. Zo zorgt klimaatverandering voor droogte in de bossen waardoor deze kwetsbaar zijn voor aantasting door bijvoorbeeld de letterzetterkever. Dit gaat ten koste van de naaldhoutvoorraad. Ook de discussie in een aantal landen over een functieverschuiving naar meer natuurlijk bos speelt een rol. De samenstelling van het Europese bos kan daardoor zodanig veranderen dat naaldhoutproductie minder rendabel wordt. Het is daarom goed om alternatieven voor naaldhoutsoorten te onderzoeken, bijvoorbeeld de mogelijkheden om loofhout in CLT toe te passen.
Het is belangrijk te vermelden dat ik me in het onderzoek puur heb gericht op het potentiële volume ‘FSC-bouwhout’ in de bossen zelf. Of die potentie daadwerkelijk benut wordt hangt af van diverse factoren, bijvoorbeeld van de ontwikkeling van de vraag naar FSC-hout. Het onderzoek houdt daarnaast geen rekening met mogelijke uitdagingen in de handelsketen, zoals de beschikbaarheid van zagerijen of productiefaciliteiten voor houtbouwelementen op de juiste locaties.
Bronnenonderzoek
De data die ik binnen het onderzoek heb gebruikt komen voornamelijk uit het State of European Forests 2020 en Tomorrows Timber. Het SoEF20 rapport leverde daarnaast de nodige meetgegevens. Denk hierbij aan de jaarlijkse houtoogstpotentie (Net Annual Increment) en de verhouding tussen naald- en loofhout in de onderzochte Europese bossen. Bovendien zijn gesprekken gevoerd met Staatsbosbeheer en leveranciers en producenten van houtbouwelementen.
Onderzoeker
Teun van Mastrigt is student bos- en natuurbeheer. Binnen de opleiding specialiseert hij zich in de internationale houthandel. Het onderzoek nam drie maanden in beslag.