De afgelopen 50 jaar is het aantal mensapen gehalveerd. Alle vier de mensapensoorten -de bonobo, chimpansee, gorilla en orang-oetan- zijn bedreigd of ernstig bedreigd en lopen het risico uit te sterven. Naast jacht en ziektes (ebola) vormt het verdwijnen van zijn leefgebied de grootste bedreiging voor de mensaap. Ervan uitgaande dat houtkap een economische realiteit is en omdat een ruime meerderheid van de mensapen in gebieden leeft waarvoor een houtkapvergunning is afgegegeven, vergeleek het WNF de gevolgen van verschillende soorten kap voor de soortenrijkdom in het algemeen en voor mensapen in het bijzonder. Het onderzoek is gebaseerd op wetenschappelijke studies en informatie van grote houtkapbedrijven en natuurbeschermers.

FSC
In tegenstelling tot andere vormen van houtkap blijkt kap volgens de principes van FSC een belangrijke bijdrage te kunnen leveren aan het behoud van de juiste leefomstandigheden voor mensapen. Jacht en illegale kap worden bestreden door wegen af te sluiten, fruitbomen - een belangrijke voedselbron voor mensapen- worden gespaard en op de meest kwetsbare plaatsen wordt helemaal niet gekapt.

Toevluchtsoord
Populaties mensapen kunnen op termijn alleen overleven in grote leefgebieden. Goed beschermde nationale parken en natuurreservaten vormen het ideale leefgebied, maar zijn vaak relatief te klein van omvang. Het onderzoek toont aan dat FSC-gecertificeerde bossen de beste aanvulling zijn op deze beschermde gebieden, en zelfs de verbindende schakel vormen tussen geïsoleerd van elkaar liggende leefgebieden van mensapen

Een andere opvallende conclusie uit het rapport is dat de totale soortenrijkdom -waaronder het aantal mensapen - in een FSC-bos dat dichtbij een beschermd gebied ligt, groter is dan in bos dat verder van een beschermd gebied verwijderd is. Dit wijst erop dat beschermde gebieden als toevluchts- of hersteloord dienen voor soorten die gevoeliger zijn voor verstoringen door houtkap, zoals de chimpansee.

Snel meer kapconcessies
Een van de aanbevelingen uit het onderzoek is dan ook om bij landplanning de beschermde gebieden en FSC-concessies op elkaar te laten aansluiten. Het onderzoek constateert ook dat het merendeel van mensapen in kapconcessies leeft - voor de Borneose orang-oetans geldt dat zelfs in 75% van de gevallen-, maar dat het aandeel FSC-concessies klein is. Daarom pleit het WNF er voor om snel meer kapconcessies te certificeren volgens de FSC-criteria. Dat kan bijvoorbeeld door gunstige fiscale en juridische voorwaarden te scheppen om FSC-certificering aantrekkelijker te maken. Nederlandse consumenten die er zeker van willen zijn dat hun houten meubilair of kopieerpapier niet bijdraagt aan de verwoesting van het leefgebied van mensapen, kopen hout- en papierproducten met het FSC-keurkmerk.

Het gehele rapport is hier te lezen. De aanbevelingen voortgekomen uit het onderzoek zijn hier te lezen.